Zandkrab 18,

5658AD, Eindhoven.

+31 40 291 22 33

Kantoor

Kantoor bereikbaar van

Ma - Vrij: 09:00 - 17:00 uur

Onze visie op gastouderopvang

Bij Gastouderbureau Roodkapje hebben we nagedacht over het hebben van een missie en een visie. Roodkapje gelooft in gastouderopvang in een kleinschalige en huiselijke omgeving waarbij het opbouwen van een veilige relatie en geborgenheid in een vertrouwde omgeving met het kind op de eerste plaats komt. Alleen dan kan een kind zich veilig voelen en de wereld om zich heen gaan ontdekken.

Als je werkt als gastouder lever je een héél belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van je gastkinderen. Je hebt bewust gekozen om de zorg van deze kinderen voor een deel van de dag op je te nemen. Een hele mooie taak die ook verantwoording met zich meedraagt.

De wet en regelgeving stelt de gastouder verplicht dat zij moet werken volgens de
4 pedagogische doelen, wij ondersteunen onze gastouder hierbij en hebben een pedagogisch beleid dat zij in de praktijk kunnen uitdragen. Hieronder geven we een samenvatting wat dit allemaal betekent, de volledige versie kan de gastouder in de online omgeving van Gastouderbureau Roodkapje downloaden;

Wat betekent pedagogisch beleid eigenlijk?

Pedagogisch = opvoedkundig, opvoeden.

Beleid = het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang. Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren.

Dit betekent in zijn geheel dat gastouderbureau Roodkapje op papier heeft gezet hoe op een veilige en verantwoorde wijze om te gaan met kinderen in samenhang met gastouder en ouders.

Pedagogische basisdoelen

Gastouderbureau Roodkapje gebruikt als uitgangspunt voor haar beleidsplan
vier pedagogische basisdoelen (Riksen-Walraven, 2004):

  1. Emotionele veiligheid
  2. Persoonlijke competentie
  3. Sociale competentie
  4. Overdracht normen en waarden


A. Emotionele veiligheid

Een gastkind moet zich veilig en geborgen voelen om zich in overeenkomst met zijn aanleg en karakter te kunnen ontwikkelen. Het kind moet voelen dat het kan rekenen op de opvoeder(s), dat zij hem accepteren zoals hij is en steunen waar mogelijk.
Voor het bieden van emotionele veiligheid moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden:

  • Duidelijkheid, door het bieden van structuur.
  • Acceptatie, door zich vrij en welkom te voelen.
  • Intimiteit, door het kind serieus te nemen en warmte en geborgenheid te bieden.
  • Verzorging, doordat er voldoende ruimte en rust wordt geboden.

Hoe kun je emotionele veiligheid stimuleren?

  • Zorg voor een positieve en ontspannen groepssfeer.
  • Luister aandachtig naar de kinderen en ga op ooghoogte zitten.
  • Zorg voor een dagritme, herkenning zorgt voor veiligheid.
  • Ben consequent en stel duidelijke regels, kinderen weten hierdoor waar ze aan toe zijn.
  • Pas je taalgebruik aan het kind aan.
  • Elk kind mag er zijn zoals hij of zij is.
  • Heb aandacht voor emoties, benoem en bespreek de
  • Geef oudere kinderen de ruimte, heb overleg en geef hun vertrouwen in de zelfstandigheid.

B. Persoonlijke veiligheid

Persoonlijke competentie betekent voor Roodkapje dat een kind autonomie (een eigen ik) heeft en persoonlijke vaardigheden goed ontwikkeld heeft. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat het kind de vaardigheden heeft die bij zijn of haar leeftijd passen, dat het zelfvertrouwen heeft en zichzelf durft te zijn, initiatieven neemt en problemen zelf kan oplossen. De gastouder begeleidt, volgt en stimuleert het gastkind in zijn ontwikkeling en houdt de ouders/verzorgers op de hoogte van deze ontwikkelingen. Indien nodig of wenselijk kan in overleg met de ouders/verzorgers aan sommige zaken meer aandacht besteed worden.

Ontwikkelen wil zeggen: veranderen. Als we praten over verandering in gedrag, dan hebben we het over het doormaken van ontwikkelingsfases. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende ontwikkelingen. De ontwikkelingsgebieden worden meestal onderverdeeld in:

  • Lichamelijke ontwikkeling.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling.
  • Verstandelijke ontwikkeling.
  • Creatieve ontwikkeling.
  • Taalontwikkeling
  • Ontwikkeling van eigen identiteit en zelfredzaamheid

Hoe kun je de persoonlijke competentie stimuleren?

  • Zorg voor individuele aandacht. Bij een baby is bijvoorbeeld de verzorging heel belangrijk; praat tegen ze, vertel wat je doet, zing een liedje, speel kiekeboe.
    Bij de wat oudere kinderen kun je inspelen op allerlei vlakken; lees samen een boek, laat hen zelfstandig een klusje uitvoeren.
  • Denk vooral ook aan risicovol spel, lekker klimmen en klauteren in de bossen of de speeltuin bijvoorbeeld.
  • Voer gesprekken, individueel of in de groep.
  • Ga naar buiten om op ontdekking te gaan, misschien kun je hier later een knutselactiviteit aan vast hangen.
  • Laat de kinderen voelen en ervaren. Hoe voelt het gras, hoe voelt de spaghetti of wat kun je met scheerschuim maken?
  • Iedereen is anders, hoe zie ik eruit en hoe zie jij eruit? Kijk samen in de spiegel.
  • Verveling? Hier kunnen kinderen veel van leren en zet ze vaak aan tot nieuwe ideeën.

C. Sociale competentie

Kinderen zijn sociaal competent als ze in een groep goed kunnen functioneren en als ze hun sociale vaardigheden goed ontwikkeld hebben. Een gastouder leert het gastkind spelenderwijs hierin zijn weg vinden.

Hoe kun je de sociale competentie stimuleren?

  • Laat de kinderen eens de planning voor de middag maken.
  • Kunnen ze samen een oplossing bedenken tijdens een conflict? Stuur bij waar nodig.
  • De oudere kinderen vinden het vaak leuk om de jonge kinderen iets nieuws te leren, betrek ze bij elkaar.
  • Gamen, ook dit kan sociale contacten bevorderen. De stap is juist misschien kleiner voor sommigen?
  • Om hulp vragen lijkt makkelijker dan het is.
  • Zorg voor goed contact met de vraagouders, geef het goede voorbeeld aan de kinderen.

D. Overdracht normen en waarden

Om goed te kunnen functioneren in de maatschappij is het ontzettend belangrijk dat kinderen leren wat de normen en waarden binnen een bepaalde setting zijn. Van jongs af aan krijgen kinderen van huis uit mee wat de normen en waarden zijn waarin zij leven. Echter is het zo dat kinderen bij de opvang komen, op school, bij vrienden, later op het werk en overal, in elke cultuur, heersen andere normen en waarden. Kinderen moeten leren dat deze overal anders kunnen zijn en dat het belangrijk is om rekening te houden met elkaar.

Hoe kun je de overdracht van normen en waarden stimuleren?

  • Iedereen is gelijkwaardig
  • Zorg voor duidelijke afspraken of het nu om buitenspelen, gamen of de regels aan tafel
  • Sta open voor alle culturen en gebruiken, besteed hier aandacht aan. Ga in gesprek met oudere kinderen of hang hier een thema week aan. Wat doen jullie tijdens de Ramadan? Hoe ziet Carnaval eruit? Hoe vieren jullie je verjaardag?

Om de gastouder met bovenstaande nog beter te kunnen ondersteunen bieden wij haar aan om met het Biebiplanbord te gaan werken, dit is een werkbaar vier pedagogisch doelen planbord voor het jonge kind!

De gastouder werkt met jonge kinderen volgens de bovengenoemde 4 pedagogische doelen (van Riksen-Walraven) en zij moet zorgdragen dat dit in de praktijk wordt uitgevoerd. Biebi heeft voor het jonge kind een methodiek ontwikkeld inclusief ondersteunend materiaal wat de gastouder ontzorgt.

Het geeft de gastouder samen met de dagritmekaartjes (100 stuks) duidelijkheid en worden de pedagogsiche doelen in de praktijk inzichtelijk gemaakt voor haar zelf, het jonge kind, de ouders en de GGD.

Zie meer informatie www.biebiplanbord.nl

error: Content is protected !!